In 2025 voeren we daarvoor in drie gemeenten inventarisaties uit: Culemborg, Montfoort en Zeist. Voor de gemeente Zeist hebben we in 2019 samen met Ecogroen de nulmeting uitgevoerd en een SMP opgesteld. In een SMP is opgenomen dat er in de toekomst gemonitord wordt.  In Zeist is het dit jaar tijd voor de eerste grote monitoringsronde, die we samen met Ecogroen uitvoeren. Voor Culemborg (samen met Waardenburg Ecology) en Montfoort gaat het dit jaar om de nulmeting.  

Bij het onderzoek worden de nestlocaties van gebouwbewonende vogelsoorten (vooral huismus en gierzwaluw) in kaart gebracht en de kraam- en massawinterverblijfplaatsen van vleermuizen. Het veldwerk start op 1 april met huismusonderzoek, waarbij ook andere in gebouwen nestelende vogelsoorten worden genoteerd. Gierzwaluwen zijn dan nog niet terug. De eerste gierzwaluwen zijn rond Koningsdag te verwachten  en vanaf 1 juni start het onderzoek naar broedlocaties. Het vleermuisonderzoek is dan inmiddels ook bezig, dat begint namelijk op 15 april.  De bezoeken vinden plaats rond zonsondergang (wanneer de gierzwaluwen invliegen) en in de nacht (voor vleermuizen). We doen onze rondes per fiets en zijn daarbij goed herkenbaar aan een oranje veiligheidshesje met vleermuislogo. 

De bescherming van planten- en diersoorten is in Nederland geregeld in de Omgevingswet. Bij renovatie- of verduurzamingswerkzaamheden aan gebouwen kan een vergunning noodzakelijk zijn. Diersoorten mogen niet opzettelijk worden verstoord of gedood. Ook mogen vaste rust- en verblijfplaatsen niet worden vernield. Het gaat daarbij meestal om beschermde soorten die gebonden zijn aan bebouwing, zoals huismus, gierzwaluw en vleermuissoorten. Huismussen en gierzwaluwen broeden bijvoorbeeld onder de dakpannen en vleermuizen hebben bijvoorbeeld verblijfplaatsen in de spouwmuur. Wanneer deze beschermde soorten aanwezig zijn, moeten er maatregelen genomen worden om de negatieve effecten te voorkomen of te verzachten. Als negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten dient een vergunning te worden aangevraagd.

Binnen de Omgevingswet is er de mogelijkheid om een gebiedsgerichte omgevingsvergunning voor een langere periode en een groter gebied af te geven op basis van een Soortenmanagementplan. In het SMP is het belang van de beschermde soorten het uitgangspunt. Bescherming is dan niet gericht op een paar dieren op één plek, maar op de hele populatie binnen een groot gebied, zoals een gemeente. Zo kunnen heel effectief maatregelen worden genomen die de populatie beschermen en de lokale staat van instandhouding van deze soorten actief verbeteren. Daarvan profiteren niet alleen de dieren, het biedt ook meer planzekerheid voor initiatiefnemers. Een SMP is hierdoor een win-win voor zowel de beschermde soorten als de ruimtelijke ontwikkeling.

Viridis heeft eerder al SMP’s opgesteld voor de gemeenten Leusden, Woerden, Oudewater, Woudenberg, Vijfheerenlanden, Rhenen en dus Zeist. Hierbij is steeds een vlakdekkend onderzoek (nulmeting) verricht naar de essentiële functies van beschermde gebouwgebonden soorten in de hele bebouwde kom van de gemeenten. De nulmetingen vormden de basis van de SMP’s. Na goedkeuring door de provincie kunnen onder andere woningcorporaties, particulieren en bedrijven via de gemeente onder het SMP werken.