In de serie ‘Viridis vertelt’ brengen we verschillende Nederlandse soorten onder de aandacht. Vaak zijn dit de favorieten van één van onze medewerkers. Deze keer: David Broek over de kamsalamander.


De kamsalamander (Triturus cristatus) doet zijn naam eer aan. Hoewel andere watersalamanders in Nederland ook aardig uitgedost kunnen zijn met kammen en mooie kleuren, spant een kamsalamander toch wel de kroon met zijn enorme kam op rug en staart. Enkel in de voortplantingsperiode weliswaar. En de vrouwtjes moeten het, zoals vaker in het dierenrijk, doen zonder deze franje.

Kieskeurige salamander
Lokaal worden ze ook wel koningssalamanders genoemd. Niet geheel onterecht, misschien ook wel doordat het een aardig kieskeurig beest is. Terwijl andere salamanders zich tevreden stellen met een modderig regenplasje in het bos, een zuur voedselarm ven of een eutrofe stinkende sloot is dat de kamsalamander te min.

De kamsalamander kijkt met enige dedain naar zijn verwanten en kiest zelf liever voor een ruime poel met welig tierende onderwatervegetatie op een landgoed. Verder vormen ook uiterwaarden van de grotere rivieren en beekdalen de habitat van deze soort.

Kamsalamanders hebben een voorkeur voor zonbeschenen, dicht beplante en niet te ondiepe wateren zonder vis. Maar ook in beschaduwde bospoelen met veel dood blad, plasdras-situaties en bij uitzondering in sloten komen ze wel voor.

Geheel natuurlijke geïsoleerde wateren zijn vooral te vinden in het rivierengebied of in beekdalen. Of in veentjes, maar dat is ze vaak te zuur. Door de mens zijn er tal van kunstmatige wateren gecreëerd in de loop der tijd. Drinkpoelen voor vee maar ook (tuin)vijvers. Vaak zijn dit ook zeer geschikte voortplantingswateren voor de kamsalamander.

 
Foto: habitat kamsalamander (links) en kamsalamander man (rechts)

Op zoek naar salamanders
Een forse salamander met een felgekleurde buik en een grote kam lijkt zo in eerste instantie een makkelijk doelwit voor de ecoloog. Helaas is de waarheid anders. Het zien van een kamsalamander is zo eenvoudig nog niet. Daarnaast zijn de dichtheden vaak niet heel hoog.

De kamsalamander heeft een verborgen levenswijze. Overdag houden ze zich wat meer op in de diepere delen van een water. In de nacht komen ze in de voortplantingsperiode naar de ondiepe oevergedeeltes om te baltsen en eitjes af te zetten. Dan zijn ze met een zaklamp wel te vinden.

Een andere veelgebruikte methode om aquatische organismen te vangen is het gebruik van een schepnet. Nu is kamsalamander niet bepaald de makkelijkste soort om met schepnet te vangen. Vaak is relatief veel inspanning nodig en, wanneer overdag geschept wordt, dienen ook de diepere delen bereikt te kunnen worden door bijvoorbeeld een waadpak te gebruiken.

 
Foto: kamsalamander vrouw (links) en kamsalamander in landfase (rechts)

Fuiken als onderzoeksmethode
Een goede methode is daarnaast het gebruik van fuiken. Viridis gebruikt hiervoor hoogwaardige aluminium fuiken met een triangelvormige inzwemopening. De fuiken worden tegen het eind van de dag in het water geplaatst en de volgende dag gecontroleerd.

Het is belangrijk de fuiken tactisch te plaatsen. Salamanders die over de bodem van de poel aan de wandel gaan lopen ongemerkt zo de fuik in en weten er vanwege de kleine opening niet meer uit te komen. Naast dat deze methode de ecoloog spierpijn scheelt, blijft de poel ook de verstoring van het omwoelen met schepnet bespaard.

Waarnemingen: een eitje?
Voor onderzoek naar kamsalamanders is het niet altijd nodig de volwassen dieren ook te zien.  Wil je weten dat de soort in een water voorkomt en, nog beter zelfs, weten dat deze soort zich hier voortplant, dan heb je genoeg aan het waarnemen van eitjes of larven.

Kamsalamanders zetten eitjes los af op een blaadje en vouwen dit vervolgens om met hun achterpoten. Met een scherp oog zijn de omgevouwen blaadjes goed terug te vinden. Wie het blaadje openvouwt vindt hier tussenin een wittig of groenachtig eitje. De eitjes van kamsalamander zijn door de grootte al goed te onderscheiden van andere salamandereitjes.

Met een schepnet zijn daarnaast ook de larven te vangen, die een heel typerend uiterlijk hebben. Zij hebben heel lange teentjes en een puntige staart met zwarte vlekjes.

  
Foto: eitje opgevouwen in blad (links) en kamsalamander larve (rechts)

Environmental DNA
Een nieuwe methode, die inmiddels bij allerlei soorten steeds meer toegepast wordt, is het gebruik van Environmental DNA. Door huidcellen, eitjes en uitwerpselen komt DNA van kamsalamander in het water terecht. Door watermonsters te verzamelen kan het DNA hierin aangetoond worden middels een PCR-analyse en primers die specifiek hechten aan kamsalamander-DNA. Deze methode biedt veel kansen om op grotere schaal en met minimale verstoring onderzoek te doen naar de verspreiding van kamsalamander.

Onderzoek Viridis
Gelukkig mag Bureau Viridis zich in 2021 weer bezig houden met deze interessante soort. We onderzoeken dit voorjaar het voorkomen van kamsalamanders langs de grote rivieren in Utrecht.

Tekst: David Broek

Eerder vertelden we meer over de huismus, lees het artikel hier.