Het Binnenhof in Den Haag moet gerenoveerd worden. Maar hoe zit het met de dieren die in en rond het Binnenhof wonen, kunnen we zomaar gaan renoveren? Bij verbouwingen of renovaties moeten panden altijd eerst onderzocht op de aanwezigheid van beschermde diersoorten, óók historische en monumentale gebouwen zoals op het Binnenhof.
Het Binnenhof wordt daarom uitgebreid onderzocht op de aanwezigheid van vleermuizen. Trouw publiceerde er onlangs een artikel over. De Zoogdiervereniging heeft bij het Binnenhof een groot onderzoek uitgevoerd, waar Bureau Viridis aan heeft bijgedragen.
Bij renovaties vinden vaak ingrijpende veranderingen plaats aan een gebouw, zoals bijvoorbeeld het isoleren van spouwmuren of het vervangen van het dak. Juist op die plekken zitten vaak spleten, gaten en kieren waar gebouwbewonende diersoorten in zitten, zoals bijvoorbeeld gewone dwergvleermuizen, ruige dwergvleermuizen, laatvliegers, huismussen en gierzwaluwen. Daarnaast vindt tijdens de renovatie vaak langdurig verstoring plaats rondom het gebouw.
Al met al kunnen renovaties een grote negatieve impact hebben op beschermde gebouwbewonende diersoorten. Als we geen onderzoek uit zouden voeren naar de aanwezigheid van deze soorten zouden bij het volspuiten van een spouwmuur zomaar honderden vleermuizen om kunnen komen. Geen wonder dus dat er strenge regels zijn om deze dieren extra te beschermen.